Westduitse bankinstelling (algemene bank en banque d’affaires), tweede in grootte der particuliere Duitse grote banken en derde der gezamenlijke kredietinstellingen, opgericht in 1872. Evenals de andere Duitse banken moest de Dresdner Bank haar activiteiten na de Tweede Wereldoorlog opschorten, vervolgens haar filialen, onder het beheer van de verschillende Länder, hergroeperen.
In 1952 werd de Dresdner Bank vervolgens volgens wettelijk voorschrift opgesplitst in drie regionale banken: Hamburger Kreditbank AG Rhein-Main Bank AG en Rhein-Ruhr Bank Ap. In 1957 werden deze wederom tot Dresdner Bank samengesmolten. De bank heeft ultimo 1975 850 kantoren in de BRD en 6 vestigingen en 22 vertegenwoordigingen in het buitenland met zwaarte punt op Noorden Zuid-Amerika. Voor de buitenlandse activiteiten is ook van belang de internationale samenwerking met andere Europese banken in de ABECOR (Associated Banks of Europe Corporation SA; zie banksamenwerking). Het balanstotaal van de Dresdner Bank AG beliep per ultimo 1975 DM48,6 mrd. waarvan 25 % aan beide zijden betrekking had op het buitenlandse bedrijf. Bovendien vormden spaartegoeden 34 % van de toevertrouwde gelden of 24 % van het balanstotaal. De bank heeft belangrijke deelnemingen in kredietinstellingen en industriële en handelsondernemingen zoals Chemie-Verwaltungs AG Gelsenkirchener Bergwerke, Kaufhof en vele dochterondernemingen, zoals de Bank für Handel und Industrie AG Berlijn en de Compagnie Luxembourgeoise de Banque SA (CLB) met een balanstotaal van DM10,5 mrd.
Het aantal medewerkers bedroeg 24000. Het concern omvat 14 banken, waarbij 4 hypotheekbanken een bijzondere rol spelen (23 % van het concernvolume). Het totaal van de concernbalans bedroeg DM74,1 mrd., de toevertrouwde gelden DM38,2 mrd., de verleende kredieten DM28,7 mrd. Aandelenkapitaal DM790 mln., beurswaarde ultimo september 1976 DM3,2 mrd., zichtbaar eigen vermogen DM2,3 mrd.