plantengeslacht behorend tot de familie Agavaceae met ca. 50 soorten (half)houtige heesters, of bomen, zelden kruiden, uit de Afraziatische tropen. De stam vertoont diktegroei, maar blijft toch in de meeste gevallen karakteristiek slank.
Een kuif van parallelnervige, wat stijve, zwaardvormige, zeer spitse bladeren (vaak geel of wit gestreept of gestippeld, of grijs geaderd of gevlekt) sluit de takeinden af, terwijl ook langs de stam de bladeren lang aangehecht kunnen blijven. Elk blad laat een ringvormig randje na bij het afvallen. Wortels oranje. Besvrucht, 3-hokkig, ten hoogste één zaad per hokje. Bekende (gekweekte) soorten zijn Dracaena draco, drakebloedboom (Canarische Eilanden), D. cinnabari (Sokotra), beide met rode harsachtige gom, ‘drakebloed’.