onbep. w., spel op een 17e-eeuwse tekst, o.a. om de zeven jaar (1974) te Beesel (Ned. Limburg) gespeeld.
Het draaksteken vindt plaats onder leiding van de beide schutterijen, waarbij de uiterwaarden in gedachten plaatsmaken voor de heidense stad Silena in Libië, waar Sint-Joris een vuurspuwende draak, die een koningsdochter wilde verslinden, versloeg. Het steken van de draak geschiedt op de drakensteen, die diep onder de grond bewaard wordt.
Draken werden meegevoerd in middeleeuwse processies en daarna ‘gedood’. Het draaksteken is ook in België (jaarlijks te Bergen, Henegouwen) en de BRD bekend. Het kwam in Utrecht reeds in 1380 voor. Overigens kan de legende van de drakendoder Joris pas in de 12e eeuw met zekerheid worden aangetoond in letterkunde en beeldende kunst van het Byzantijnse Rijk. De verbinding van de drakendoderlegende met de passie van Sint-Joris werd in heel Europa bekend gemaakt door de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine (1250—70). De oudst bekende afbeelding van het draaksteken is een gravure naar een verloren gegaan schilderij van Pieter Brueghel de Oude (ca. 1520-69).
LITT. L.Okken, Het Sint-Jorisspel in Noord-Limburg enz. (in: Limburg II, spec.nr. Neerlands volksleven, 1974).