Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Draaggolf

betekenis & definitie

v./m. (-golven), de elektromagnetische trillingen die door de zendantenne worden uitgestraald als een elektromagnetisch golfverschijnsel. De draaggolf is de uitgezonden radiogolf met bepaalde hoge frequentie (aantal trillingen per seconde, aantal Hz) waar de spraak of muziek geënt moet worden, wil deze over grote afstand overgebracht kunnen worden.

De golflengte van de draaggolf is gelijk aan de voortplantingssnelheid van licht (300 Mm/s) gedeeld door de frequentie. De beïnvloeding van de draaggolf door het geluid heet moduleren. Bij frequentiemodulatie (FM) wordt de draaggolffrequentie iets veranderd in het ritme van het geluid, bij amplitudemodulatie (AM) blijft de draaggolffrequentie ongewijzigd, maar wordt de amplitude beïnvloed. Worden op een draaggolf met een frequentie van 1000000 Hz (golflengte dus 300 m) trillingen met frequenties van 1—8000 Hz gemoduleerd, dan ontstaan naast de draaggolf golven met een frequentie van 992000-999999 Hz en van 1000001-1008000 Hz. Deze golfbanden heten zijbanden.

De draaggolf bevat de meeste elektrische energie, terwijl iedere zijband de over te brengen informatie bevat. Bij het uitzenden van spraak of muziek worden natuurlijk gelijktijdig diverse trillingen geproduceerd, die in het zgn. hoorbare gebied van 30—15000 Hz liggen. Voor deze uiterste frequentie van 15 000 Hz zou de afstand van de onderste tot de bovenste zijband dus 30000 Hz moeten bedragen. Door het grote aantal zenders op het lange-golfen korte-golfgebied moet ter wille van de beschikbare plaats deze breedte (de zgn. bandbreedte of kanaal breedte) aanzienlijk worden beperkt. Bij FM op de ultra-kortegolf (UKW) is deze beperking niet noodzakelijk.

Ter vermindering van het energieverbruik wordt wel het zgn. enkel-zijbandsysteem toegepast (EZB). Daar de draaggolf voor informatie-overdracht niet noodzakelijk is en beide zijbanden de volledige informatie bevatten, kan men volstaan met alleen de zijband met de hogere frequentie of die met de lagere frequentie aan de antenne toe te voeren. In de ontvanger moet dan een draaggolf gegenereerd worden en aan de gekozen zijband worden toegevoerd, opdat daarna gedemoduleerd kan worden.

< >