o. (-en), oud spel met draad- of touwfiguren.
Met een draad van ca. 2 m, gespannen tussen de beide handruggen, terwijl de duim vrij blijft, maakt men verschillende figuren. Draadspel wordt bij de schriftloze volken voornamelijk door mannen en vrouwen beoefend, die het vernuftig en kunstzinnig spelen onder begeleiding van zang die elke figuur verklaart, of van gemompel. Een bijna heilige handeling is dit spel voor de brahmanen, die hun figuren maken met de zijden draden die zij om het bovenlijf dragen en die dienen om aan de knopen of kronkels de veda’s af te tellen. In heel West-Europa wordt dit spel door kinderen beoefend; het heet in het Ned. afnemertje of afpakkertje, waarbij het de kunst is de figuren ‘over te nemen’.