Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dow-theorie

betekenis & definitie

Door C.H.Dow opgestelde, later door W.P.Hamilton uitgewerkte theorie voor de New Yorkse effectenbeurs, ter analyse van de grondtendentie van de koersontwikkeling en het geven van een prognose. Zij was niet alleen de oudste methode terzake, maar tevens de voorloper van de verschillende latere technische analyses en chart reading’ methoden (zie beleggingsleer).

De theorie onderscheidt primary trends met een duur van meer dan één jaar en secondary trends, die de eerste onderbreken en een correctie vormen voor een premature ontwikkeling van de koersvorming en de onbelangrijke dagelijkse fluctuaties. Dienovereenkomstig wordt de doorbraak uit de range der onbelangrijke dagelijkse koersschommelingen (ca. 5 %) resp. de ligging van de laagteen hoogtepunten van de secondary trend in vergelijking met de eindpunten van de voorafgaande middellange koersbeweging als criterium voor de richting van de hoofdtrend aangezien. De theorie maakt hierbij gebruik van drie voor de New Yorkse beurs berekende dagelijkse koersgemiddelden, Dow-Jones indices. De theorie is gebaseerd op de gedachte dat in de koersgemiddelden alle kennis en verwachtingen van betrokkenen verdisconteerd zijn. Belangrijk is dat de ontwikkeling van de drie gemiddelden met elkaar in overeenstemming moeten zijn. Als opeenvolgende stijgingen of dalingen steeds een vorig hoogte-, resp. laagtepunt overtreffen, is een duidelijke tendentie aanwezig.

Bij reacties kunnen dalende omzetten deze bevestigen, stijgende omzetten echter wijzen op een komende omslag. De Dow-theorie had een grote invloed op het publiek en realiseerde zo vaak haar eigen bevestiging.

LITT. R. Rhea, The Dow theory applied to business and banking (1938); Wat is de Dow-Theorie (1939); G.W.Bishop, C.H.Dow and the Dow theory (1960); G.H.Leffler, The stock market (3e dr. 1963).

< >