[Lat. ductio, leiding], v./m. (-s),
1. (hydrothérapie) stortbad, besproeiing van het lichaam, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk met al dan niet verwarmd water; fig. een koude -, een ontnuchtering;
2. toestel voor stortbaden;
3. douchecel.
In de fysiotherapie maakt men gebruik van douches. Soms worden aan het water bepaalde stoffen toegevoegd waarvan een geneeskrachtige werking wordt verwacht. Verder kent men nog de douchemassage, w.o. wordt verstaan manuele massage van lichaamsdelen die tegelijkertijd door een warme douche van lage druk worden besproeid. Onderwater-douche is een straal die onder water op de patiënt wordt gericht met hoge druk (onderwater-massage).