Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dorst

betekenis & definitie

m.,

1. verlangen naar drinken : een dorst als een paard, hevige dorst; zijn dorst lessen, de dorst verslaan, die door drinken doen ophouden; een appeltje voor de dorst, spaargeld voor de oude dag, voor slechte tijden;
2. hevig verlangen, begeerte om te verkrijgen: dorst naar rijkdommen; dorst naar eer; dorst naar kennis.

Dorst is een gewaarwording die noopt tot het opnemen van water door drinken. Het lichaam verliest water door urinelozing, ademhaling en transpiratie. Dit waterverlies leidt tot watergebrek, waardoor o.a. de excretie gevaar loopt. Door waterverlies treedt eerst een afname van de extracellulaire vloeistof en het bloedplasma op (extracellulaire dorst) en vervolgens wordt water aan de cellen onttrokken (intracellulaire dorst). Verhoging van de NaCl-concentratie wordt waargenomen door de zgn. osmoreceptoren in de hypothalamus, waardoor afscheiding van antidiuretisch hormoon (ADH) plaatsvindt (ADH remt de wateruitscheiding door de nier).

Zowel de intracellulaire als de extracellulaire dorst beïnvloeden het drinkgedrag. Deze beïnvloeding vindt plaats via de hypothalamus, zowel langs zenuwbanen als via circulerende stoffen. De ‘droge-mond-theorie’ van Cannon is een te eenvoudige voorstelling gebleken. Deze theorie gaat ervan uit dat door het waterverlies de speekselvorming wordt geremd, zodat een droge mond ontstaat door uitdroging van het mondslijmvlies. Dit zou een gevoel van dorst geven en het drinkgedrag bevorderen. De mens kan slechts ca. drie dagen zonder opname van water leven. Opname van te veel water kan gemakkelijk worden uitgescheiden via de nieren.

3. Onvolt. verl. tijd van het oude dorren, waarvoor thans durven gebruikt wordt.

< >