o., mate waarin iets kan doordringen, m.n. radioactieve straling (b.v. gammastraling en neutronen) bij het doorlopen van een medium.
Het doordringingsvermogen van gammastraling is kleiner naarmate het doorlopen medium zwaarder is; voor afscherming van gammastraling wordt daarom meestal lood gebruikt. Het doordringingsvermogen neemt toe naarmate de energie van de gammastraling (zie hardheid) groter is. Bij neutronen is er geen eenvoudige relatie tussen het doordringingsvermogen en de dichtheid van de materie. Meestal worden energierijke (snelle) neutronen eerst in een licht materiaal (grafiet of water) vertraagd (zie moderator) en daarna pas door cadmium of borium, waarin het doordringingsvermogen van langzame neutronen heel klein is, geabsorbeerd.