eigenlijk: Donato di Nicollò di Betto dei Bardi, Italiaans beeldhouwer, *1386 Florence, †13.12.1466 Florence. Donatello was de grondlegger van de renaissancesculptuur in Florence.
Hij begon zijn loopbaan als goudsmid in het atelier van Lorenzo Ghiberti. In het werk van Donatello kan de ontwikkeling van zijn kunst duidelijk worden gevolgd: een doorbraak van de gebonden stijl van de middeleeuwen naar de vrijheid en natuurlijkheid van de renaissance, een steeds toenemend realisme, de beheersing van de anatomie, de behendigheid in de groepering, de toepassing van verschillende uitdrukkingsmogelijkheden en technieken. Zijn oudste beelden waren nog enigszins conventioneel en geïdealiseerd: David (Museo Nazionale, Florence), Johannes de Evangelist (dom, Florence), Marcus en Petrus (Or San Michele, Florence). In zijn Sint Joris (1416, Or San Michele) kwam al duidelijk de doorbraak naar voren die zich verder ontwikkelde en een hoogtepunt kreeg in de reeks figuren van profeten voor de campanile van de dom, m.n. Jeremia (1427) en Job, de zgn. Zucconi (ca. 1435, Dommuseum, Florence).
In het bronzen reliëf voorstellende de Dans van Salome voor de doopvont te Siena streefde hij naar het weergeven van ruimte en diepte. In 1431 reisde Donatello naar Rome waar hij de antieken bestudeerde. Hij vatte daar een voorkeur op voor de weergave van kinderen. Terug in Florence (1433) verwerkte hij de opgedane klassieke impressies op zeer persoonlijke manier in zijn bronzen David (1434, Museo Nazionale, Florence). In diezelfde periode ontstonden het gracieuze zandstenen reliëf met de Annunciatie in de Santa Croce (Florence), de buitenkansel van de dom te Prato en de zangerstribune (Cantoria) voor de dom te Florence, beide zeer levendig versierd met dansende putti, en de twee bronzen deuren voor de San Lorenzo te Florence. Van 1443-53 werkte hij te Padua, waar hij het bronzen ruiterstandbeeld van de condottiere Erasmo da Narni, bijgenaamd Gattamelata oprichtte.
Terug te Florence maakte Donatello de bronzen groep Judith en Holofernes (Piazza della Signoria, Florence). Zijn ontwikkeling naar het realisme bereikte een hoogtepunt in de houten Maria Magdalena (Battistero, Florence) en zijn Johannes de Doper voor de kathedraal te Siena.
LITT. A. Colasanti, Donatello (1930); L. Planiscig, Donatello (1939); L. Goldscheider, The sculpture of Donatello (1941); F. Rossi, Donatello (1941); H.W.
Janson, The sculpture of Donatello (2dln. 1957); G. Castelfranco, Donatello (1963); E. Grassi, All the sculpture of Donatello (2 dln. 1964); M. Wundram, Donatello und Nanni di Banco (1969).