Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dominospel

betekenis & definitie

o. (-len),

1. het spel dat domino heet;
2. de gezamenlijke stenen voor dat spel.

Domino is een tafelspel voor 2-6 deelnemers waarbij elke speler de beschikking krijgt over een gelijk aantal rechthoekige platte zgn. stenen van ivoor, ebbehout met been of van goedkope materialen. De bovenzijde van elke steen is verdeeld in twee gelijke velden, elk voorzien van een aantal ogen (of voor kinderen met een symbool: dierendomino, kleurendomino e.d.). Er zijn talrijke spelvariaties. In principe gaat het erom gelijke puntenaantallen (symbolen) aan elkaar te leggen en is de winnaar degene die het eerst zijn stenen kwijt is: hij is domino (heer). Het spel is waarschijnlijk ontstaan in China en in de 14e eeuw door Italiaanse ontdekkingsreizigers naar Europa gebracht. Via Frankrijk en Engeland heeft het zich sedert de 18e eeuw over de gehele wereld verbreid.

In Nederland is het thans hoofdzakelijk geliefd bij kinderen en bejaarden. In België wordt domino meer gespeeld dan in Nederland. De Europese dominospellen verschillen van de Chinese door het ontbreken van een aantal identieke stenen en door de aanwezigheid van stenen met blanke velden. Verreweg het meest in zwang is dubbelzes (28 stenen van 0-0 tot 6-6); minder gebruikelijk zijn dubbelacht (45 stenen) en dubbelnegen (55 stenen). In de VS kent men bovendien nog dubbeltwaalf (91 stenen), zie bingo, zie mahjong.

LITT. R.C. Bell, Board and table games from many civilizations (1960); M. Clidière, Spellen en spelen (1971); F.V. Grunfeld, Spelletjes uit de hele wereld (1975).

< >