Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dodenmasker

betekenis & definitie

o. (-s), gipsafgietsel van het gelaat van een dode genomen.

De term dodenmasker wordt ook gebruikt voor maskers van goud, hout of terracotta, die het gehele gelaat van de dode bedekken. Deze kunnen worden vergeleken met de Oudegyptische houten doodkisten, waarin portretten gesneden waren en de latere, eveneens Egyptische gipsmaskers en geschilderde mummieportretten. In de oudheid treft men het dodenmasker in de Vroegmykeense tijd (ca. 1600—1500 v.C.; van goud) en in de Etrurische graven aan, zelden in Griekse of Romeinse graven, hoewel de Romeinen het gebruik van de dodenmaskers en gipsafgietsels van het gelaat van de gestorvene zonder twijfel hebben gekend. In Rome was het immers gewoonte de cerae, wasafgietsels van dodenmaskers van voorouders, in kastjes in het atrium te bewaren. De cerae, natuurgetrouwe konterfeitsels van gestorvenen, hebben een sterke invloed gehad op de ontwikkeling van het Romeinse realistische portret. Een wasmasker uit Kyme is bewaard in het Museo Nazionale te Napels.

LITT. A.N.Zadoks-Josephus Jitta, Ancestral portraiture in Rome (diss. 1932).

< >