Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dodenboek

betekenis & definitie

Oudegyptische spreukenverzameling, die de dode werd meegegeven in het graf om de gevaren in het hiernamaals te boven te komen.

De oudste spreuken (piramideteksten) zijn gevonden in de koningsgraven. Sinds ca.2000 v.C. kwamen de spreuken ook voor op wanden van particuliere doodkisten (sarcofaagteksten), waarop niet veel ruimte was, zodat men na ca.1500 v.C. de doden papyrusrollen ging meegeven. De uiteenlopende vorm en inhoud, die de spreuken in de loop der tijd aannamen, geven aan dat dodenboek er eigenlijk geen adequaat begrip voor vormt. Doordat de spreuken later deels uitgewist of omgewerkt zijn, is een betrouwbare vertaling en interpretatie vaak moeilijk. Toch vormt het dodenboek een belangrijke bron voor de kennis van de ontwikkeling der Egyptische dodenvoorstellingen, waarin Re en Osiris veelal de hoofdrol speelden. In de Reteksten is Re de godenkoning, in wiens hofstoet de dode begeert te worden toegelaten; in de Osiristeksten wordt geleerd hoe de dode alle wederwaardigheden van Osiris zelf moet doorleven om tenslotte evenals Osiris tot nieuw leven te ontwaken.

De Egyptenaren zelf hebben (in de Saïtische tijd) getracht orde te brengen in de chaos van religieuze teksten. Zij verenigden ze tot 160 hoofdstukken, ieder met een eigen opschrift, maar zowel de opschriften als de volgorde (die ongetwijfeld bedoeld is) zijn vaak onbegrijpelijk. De teksten zijn te onderscheiden in vier redacties:

1. de tekst uit het Middenrijk, meestal in hiërogliefen geschreven;
2. de Thebaanse tekst uit de 18e-20e dynastie, eveneens in hiërogliefen;
3. de hiëratische tekst uit de 20e dynastie;

de Saïtische of Ptolemeïsche tekst, in hiërogliefen of hiëratisch schrift. De Egyptische tekst heeft boven het geheel de titel: pr-t m heroe (uitgang bij dag), een naam die eigenlijk alleen op de eerste 15 hoofdstukken past en er op wijst, dat die teksten bedoelen de dode de uitgang uit het graf mogelijk te maken. De hoofdstukkenindeling in de Europese uitgaven is van Lepsius (1842) en tamelijk willekeurig, te meer daar zij ontleend is aan ‘jonge’ redacties. Uitgave: The Egyptian book of the dead, door T.G.Allen (1960; Eng. vert.).

LITT. H.Kess, Totenglauben und Jenseitsvorstellungen der alten Aegypter (1956); P.Barguet, Le livre des morts des anciens Egyptiens (1967).

< >