Duits schilder en graficus, *2.12.1891 Untermhaus, ♱25.7.1969 Singen. Dix was aanvankelijk toneeldecorateur en studeerde vervolgens te Dresden en Düsseldorf.
Van 1927—33 was hij hoogleraar aan de Kunstakademie te Dresden. In 1933 werd zijn werk door de nazi’s ‘entartet’ verklaard. Dix’ vroege werk had als thema’s oorlogsgeweld en sociale misstanden; het heeft een sterk naturalistisch (veristisch) karakter. Ca. 1920 werd hij aanhanger van de ‘Neue Sachlichkeit’, een objectief realisme waarvan hij een grotesk romantische versie gaf. Na 1945 schilderde Dix voornamelijk religieuze stukken, landschappen en portretten. Kenmerkend voor zijn kunst is de soms afstotend rauwe realistische uitbeelding die past bij zijn pessimistische levensbeschouwing.
Hij had een voorkeur voor harde en koude kleuren. Met George Grosz was hij een vertegenwoordiger van het Duitse postexpressionisme.
LITT. F.Löffler, O.Dix, Leben und Werk (1960); F.Karsch, O.Dix, das graph. Werk (1971).