v., ontsteking van een divertikel (uitstulping).
Diverticulitis treft vooral de (meestal met meerdere samen voorkomende) divertikels in het stuk dikke darm dat links onder in de buik ligt en overgaat in de endeldarm. Deze divertikels nemen in frequentie toe met de leeftijd (diverticulosis); vaak geven ze nooit klachten. Aangezien patiënten met een diverticulitis bijna altijd mensen zijn met een wat spastisch colon (snel diarree, meermalen ontlasting per dag, ook al is de consistentie normaal), kan het gebeuren dat een brokje ontlasting in een divertikel raakt en er niet meer uit kan, omdat het krampachtige colon de opening heeft gesloten. Ook in de wand van het divertikel is in de regel nog glad spierweefsel. Wanneer ook dit in contractie komt, ontstaat drukatrofie met ontsteking en necrose van het slijmvlies (zie doorliggen). De patiënt heeft pijn en koorts.
Het is als het ware het ziektebeeld van een ‘linkszijdige appendicitis’. Met bedrust zakt één en ander vrij gauw af, maar er is zeer veel kans op herhalingen. Natuurlijk zet de recidiverende ontsteking zich ook voort op de buitenste darmwand (peridiverticulitis), waardoor vaak veel vergroeiingen ontstaan in dit gebied. Een chirurg gaat dan ook niet graag tot operatie over voor een kwaal die met enkele malen per jaar vijf dagen bedrust wel te verdragen is.