[Ital. dis, af, conto, rekening] (disconteerde, heeft gedisconteerd), het onder aftrek van disconto betalen van een vordering vóór de vervaldag.
Geschiedt het disconteren door een ander dan de schuldenaar, dan koopt deze de vordering en neemt als het ware de kredietverlening aan de schuldenaar van de verkoper over. Van de verkoper zegt men, dat hij de vordering verdisconteert. De uitdrukking wordt in de regel slechts gebruikt voor in het binnenland betaalbaar papier (in het bijzonder wissels en promessen, o.a. schatkistpapier). Bij buitenlandse wissels spreekt men veelal van kopen. Vroeger behoorde het disconteren van wissels tot de belangrijkste bankoperaties. De wissel heeft echter, althans in Nederland en België, in het kredietverkeer aan betekenis ingeboet door de uitbreiding van het rekening-courantkrediet; het discontopapier bestaat nu voornamelijk uit schatkistpapier. In andere landen, b.v. in Frankrijk, waar de banken vaak minder liquide zijn, worden kredieten veelal verleend door het verdisconteren van promessen, die eventueel door de banken kunnen worden verkocht of bij de Banque de France worden verdisconteerd.