Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dikkop

betekenis & definitie

m. (-pen),

1. iemand met een dikke kop; ook als scheldnaam; (oneig.) iemand met beperkte vermogens, ofwel: koppig mens;
2. kikkervisje, jonge kikvors in een van de stadia van zijn ontwikkeling, donderpad;
3. naam voor verschillende diersoorten met een dikke kop, o.a. van enkele vlinders;
4. naam van bepaalde variëteiten van tarwe; ook van een tarweziekte veroorzaakt door het stengelaaltje;
5. (plantkunde) dikkoppen, een van de volksnamen van de speerdistel;
6. groot glas jenever.

< >