v., het verwijderen van opgeloste afvalstoffen door inspuiting in de ondergrond.
Aangezien op een diepte van enkele honderden meter onder het maaiveld het grondwater zout is, dus onbruikbaar voor mens, dier en plant, kunnen hier zonder bezwaar onschuldige afvalzouten worden geloosd (b.v. het calciumchloride dat vrijkomt bij de sodafabricage), die anders bij lozing in het oppervlaktewater van meren en rivieren tot verzilting ervan zouden leiden. Zijn de afvalstoffen wel gevaarlijk, b.v. door radioactiviteit, dan moet de absolute zekerheid bestaan dat zij nooit naar het aardoppervlak kunnen terugkeren. Lozing mag dan alleen in geheel afgesloten lagen geschieden, zoals deze o.a. bij een uitgeput olieveld kunnen worden aangetroffen. Het vinden van zulke lagen en het bewijs dat zij geheel van de omgeving zijn gescheiden, vereist een uitgebreid en kostbaar geohydrologisch onderzoek. Dieptelozing is hierdoor niet goedkoop, wel zeer betrouwbaar.