[Gr. thermè, warmte], v., methode om aan het lichaam warmte toe te voeren als therapeutische behandeling.
Diathermie is een vorm van elektrotherapie, waarbij door middel van elektromagnetische golven met hoge frequentie warmte wordt toegevoerd aan het lichaam. Voor elk lichaamsdeel gebruikt men speciale elektroden, die nauwkeurig moeten worden aangelegd om het gewenste resultaat te krijgen. Naar de hoogte van de frequentie onderscheidt men ‘longwave’, ‘shortwave’ en ‘microwave’. De toegepaste wisselstromen veroorzaken geen prikkeling van de weefsels, maar worden in het lichaam omgezet in warmte. Diathermie wordt in de geneeskunde gebruikt als warmtebehandeling met een groter doordringingsvermogen dan warme baden, kruiken e.d. Ook de dieper gelegen weefsels kunnen met diathermie worden verwarmd (zie warmtetherapie). Diathermie wordt vrijwel uitsluitend plaatselijk toegepast, vooral bij de behandeling van chronische reumatische aandoeningen en banale ontstekingsprocessen.
In de heelkunde wordt wel gebruik gemaakt van het zgn. diathermische ‘mes’, waarbij één van de elektroden, meestal bestaande uit een dunne draad, zoveel warmte op een klein oppervlak toevoert dat er coagulatie (stolling van de weefseleiwitten) optreedt. Hierdoor is het mogelijk kleine bloedende bloedvaten tijdens een operatie dicht te schroeien.