[Gr. diarrheo, doorstromen], v.,
1. (ook: buikloop) het ongewoon vaak produceren van te dunne ontlasting ;
2. schertsende uitdrukking bij het kaartspel voor een lange rij kaarten van dezelfde kleur.
1. Bij diarree passeert de darminhoud te vlug ten gevolge van heftiger darmbewegingen, zodat het indikkingsproces (waterresorptie in de dikke darm) niet voltooid kan worden. Bij diarree wisselen de aard, de consistentie en de samenstelling van de ontlasting al naar de oorzaak, die tot de diarree aanleiding geeft. Diarree komt voor bij maagen darmstoornissen, bij sommige ziekten van het buikvlies, van de lever en bij veel infectieziekten (b.v. cholera en buiktyfus). Diarree bij zuigelingen kan ernstige ziektetoestanden veroorzaken, vooral door de spoedig optredende uitdroging.