[Gr. diapeiro, doorbreken], o., term uit de geologie voor een bepaald soort deformatie. Diapirisme is de deformatie in een sedimentair pakket, waarbij een incompetente gesteentelaag door de bovenliggende competente lagen heenbreekt.
Diapirisme treedt bij kleien en vooral steenzout op die zich onder druk plastischer gedragen dan andere gesteenten.Zij kunnen bij geringe verticale drukverschillen gaan vloeien van plaatsen van hoge naar plaatsen van geringe druk, b.v. ten gevolge van verschillen in diepte van de incompetente laag. De bovenliggende sedimenten worden opgewelfd tot een vorm van disharmonische plooiing. Het steenzout of de kleilaag kan door de bovenliggende sedimenten tot een diapier heenbreken. Het kleidiapirisme geeft aanleiding tot de vorming van lange en smalle anticlinalen met steile flanken en brede, komvormige synclinalen. Het onder druk zeer plastische steenzout, geeft aanleiding tot een geheel eigen tektonisch gedrag, dat halokinese (zouttektoniek) genoemd wordt.