Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Diagnostiek

betekenis & definitie

de leer van het stellen van een diagnose.

In de geneeskunde omvat de diagnostiek allereerst de ondervraging van de patiënt (anamnese). Deze ondervraging betreft niet alleen de subjectieve verschijnselen van de ziekte, maar evenzo allerlei omstandigheden die voor de diagnose van waarde kunnen zijn, zoals vroeger doorgemaakte ziekten, algemene gezondheidstoestand, de gezondheid van ouders en naaste familieleden. Op de ondervraging volgt het lichamelijk onderzoek. Naast de beoordeling van huidskleur, gelaatsuitdrukking, houding, psychische gesteldheid, voedingstoestand, tong, pols, lichaamstemperatuur enz., spelen het fysisch en chemisch onderzoek een grote rol (zie analyse, CHEMIE; zie bloedonderzoek). Het fysisch onderzoek bestaat uit eenvoudige methoden: betasten (palpatie), bekloppen (percussie) en beluisteren (auscultatie) van de patiënt. Het chemisch onderzoek betreft de urine, de ontlasting, sputum, vochten, etter, enz.

Naast deze hulpmiddelen kent de geneeskunde nog een groot aantal instrumenten, die in de handen van specialisten bij de diagnostiek van ziekten van bepaalde organen onmisbaar zijn. Heeft de arts zich aldus een beeld gevormd van de subjectieve en objectieve verschijnselen, dan dient soms nog uit verschillende mogelijkheden gekozen te worden. Voor deze zgn. differentiaaldiagnostiek is vaak nodig dat de zieke enige tijd wordt geobserveerd in een ziekenhuis en het verloop van de ziekte wordt aangetekend.

LITT. R.H.Kampmeier, Physical examination in health and disease (1950); E.L.Degowin en R.L. Degowin, Bedside diagnostic examination (2e dr. 1969); M.A.Krupp, M.J.Chatton en S.Marger, Current diagnosis and treatment (10e dr. 1971).

< >