(-en), deviezenrantsoenering door de overheid of door een gemachtigde van de overheid.
Een deviezenregeling werd voor het eerst in belangrijke mate geïntroduceerd door Duitsland na de wereldcrisis van 192
9. Dit land zag zich geplaatst voor grote betalingen aan het buitenland ter aflossing van plotseling teruggevraagde kredieten, die op korte termijn waren belegd. Duitsland miste de middelen om deze betalingen te voldoen. Daardoor zou, als men de zaken op hun beloop zou laten, de inwisselbaarheid van marken in het toenmalige internationale betaalmiddel, goud, gestaakt moeten worden, zodat de mark ten opzichte van andere geldeenheden in waarde verminderd zou zijn. Besloten werd de vrijheid van aankoop van buitenlands geld stop te zetten en, naarmate vorderingen op het buitenland uit hoofde van export en daarmede buitenlandse betaalmiddelen ter beschikking kwamen, de bestaande schulden en nieuwe aankopen uit het buitenland af te doen, dit onder handhaving van de bestaande goudkoers van de mark. Geleidelijk heeft men de aanvankelijk incidenteel getroffen maatregelen gesystematiseerd.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn op algemene schaal deviezenreglementeringen ingevoerd, waarbij de deviezen werden geconcentreerd bij de centrale banken. Voor het betalingsverkeer uit hoofde van goederen- en dienstentransacties zijn de beperkingen in het begin van de jaren zestig opgeheven. Voor de overige betalingstransacties is formeel nog toestemming nodig, waarvan b.v. bij kapitaal-transacties in de jaren zeventig weer gebruik is gemaakt door o.a. Nederland, België, Italië en Frankrijk om speculatief kapitaalverkeer in verband met de dollar tegen te gaan.
LITT. S. Korteweg en F.A.G. Keesing. Het moderne geldwezen II (1974).