[Lat. destruere], v., vernietiging, m.n. van kadavers en slachtafval.
Voor destructie van kadavers en slachtafval komen in aanmerking gestorven dieren, afgekeurd vlees en vleeswaren, en alle mogelijke slachtafvallen. Deze worden verwerkt tot bloedmeel, diermeel en technische vetten. Ook gestorven honden en katten zijn in het algemeen destructiemateriaal. Dit soort materiaal moet worden aangegeven bij de plaatselijke overheid, in het gegeven geval de gemeentelijke vleeskeuringsdienst. De destructie is geregeld in de Ned. Destructiewet en de uitvoeringsbepalingen, in België in het Besluit van de Regent van 24.1.1946.
De van de huid ontdane kadavers, die in gesloten auto’s worden aangevoerd, worden als regel eerst inclusief de beenderen machinaal tot stukjes van enkele centimeters verkleind. In gesloten ketels met roerwerk wordt het materiaal door directe of indirecte inwerking van stoom onder druk volledig gesteriliseerd, waarbij het uiteenvalt. Het gesteriliseerde produkt wordt weer verwerkt in diervoeders.
Destructiemateriaal afkomstig van aan besmettelijke ziekten gestorven dieren wordt volledig verast en niet voor diervoeding gebruikt. In Nederland bestaan vier grote destructiebedrijven, die het dode materiaal met speciale auto’s elk uit hun eigen district ophalen. Zij zijn gevestigd te Bergum, Son, Overschie en Winterswijk. In België zijn inrichtingen voor destructie (vilbeluiken) in Denderleeuw, Rebaix, Schoten, Sint-Truiden, Thuillies en Torhout.