Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Depositobank

betekenis & definitie

v./m. (-en), bank die overwegend of uitsluitend krediet verleent op korte termijn, aan handel, industrie en overheid.

De oorzaak van de voorkeur voor het korte krediet is gelegen in de directe of op korte termijn mogelijke opeisbaarheid van de verplichtingen die tegenover de uitzettingen van de depositobanken staan. Genoemde verplichtingen worden gevormd door rekening-courantgelden of kortlopende deposito’s, waarvan de maximum opzegtermijn meestal niet meer dan één jaar is. In Engeland, waar de cheque vanouds een veel gebruikt betaalmiddel is, zijn de depositobanken het eerst tot volle wasdom gekomen. De naam depositobank houdt vermoedelijk ook verband met de Engelse term deposits, nl. direct opeisbaar creditsaldo’s. De benaming was ook het meest van toepassing op de Engelse joint stock banks( Groot-Brittannië, BANKWEZEN). Zij komen in zuivere vorm weinig meer voor.

Ook de Belg. depositobanken, de Engelse depositbanks en de Franse banques de dépots komen veeleer met de Ned. handelsbanken overeen

LITT. G.M.Verrijn Stuart, Bankpolitiek (1956); M.P.Gans, De handelsbank als financiële instelling

1965; S.Korteweg en F.A.G.Keesing, Het moderne geldwezen (1971); R.Regul en H.Wolf, Das Bankwesen im grosseren Europa (1974).

< >