Grazia, Italiaans schrijfster, *27.9.1871 Nuoro (Sardinië), ♱ 16.8.1936 Rome. Deledda schildert in vele van haar romans en novellen, die meestal tragisch en realistisch zijn de toestanden en karakteristieke volkstypen van haar eiland, met als achtergrond primitieve hartstochten, fatalisme, bijgeloof, religieuze gewetenscrises en het wilde landschap van Sardinië.
Ook nadat zij naar Rome vertrok en in haar latere werken niet-Sardische personen en milieus beschreef, bleef haar beschrijving van de vrouw streekgebonden. In 1926 kreeg zij de Nobelprijs letterkunde.
Werken: II vecchio della montagna (1900), Cenere (1904), L’edera (1904, 1921), La via del male (1906), Canneal vento (1913), Marianna Sirca (1915), La fuga in Egitto (1925), Annalena Bilsini (1927). Uitgave: Opere (1936 vlg.). Litt. L.Falchi, L’opera di G.Deledda (1937); D. Talia, G.Deledda (1938); J.C.Romein-Hütschler, G.Deledda (diss. 1950); G.Petronio, G.Deledda (in: I contemporanei I, 1963); A.Pironnalli, G. Deledda (1969); A.Tobia, G.Deledda (1971); R. Branca, II segreto di G.Deledda (1971).