Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dekkers, ad

betekenis & definitie

Ned. beeldend kunstenaar, *21.3. 1938 Nieuwpoort, ♱27.2.1974 Gorinchem. Dekkers werd opgeleid aan de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschap in Rotterdam.

Hij maakte tot 1960 tekeningen, pastels en litho’s. In de loop van de jaren zestig maakte hij reliëfs, waarbij de afzonderlijke kleuren op verschillende niveaus werden aangebracht. Vervolgens liet hij de kleur achterwege, en ca.1965 ontstonden lage, witte reliëfs met series regelmatig elkaar opvolgende geometrische vormen (cirkels, vierkanten, driehoeken). Vanaf 1967 gaf hij de vormen nog slechts summier aan, b.v. de serie van Fasen van de cirkel naar vierkant. De functie en het karakter van de lijn drukte hij uit in zaagcontouren die het onderling hoogteverschil vormen van witgespoten houten reliëfplaten in elementaire basisvormen. Ook paste hij zaagsneden in het vlak toe (‘houtgrafiek’).

De lijnen worden zichtbaar door de lichtval.

Litt. Cat. tent. A.Dekkers, Gemeentemuseum ’s-Gravenhage (1972), cat. tent. A.Dekkers, Stedelijk van Abbemuseum, Eindhoven (1974).

< >