Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dekenaat

betekenis & definitie

[Lat. decem, tien], o. (-naten), in de R.K. Kerk de waardigheid van deken; vooral ook naam van het kerkelijk district waar een deken aan het hoofd staat (in België: dekenij).

Een dekenaat in de Rooms-Katholieke Kerk omvat 10—15 parochies. Deze organisatievorm heeft zich sinds de 9e eeuw vanuit Frankrijk over geheel West-Europa verbreid; het Kerkelijk Wetboekschrijft de indeling van een bisdom in dekenaten voor. In de Nederlanden kreeg de dekenaatsindeling al tegen het einde van de 10e eeuw haar beslag, in nauwe relatie met de politieke indeling in graafschappen; in de 17e eeuw werd de zgn. Hollandse Zending ingedeeld in aartspriesterschappen; na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie (1853) volgde een nieuwe indeling in dekenaten.

< >