m. (-s), stootwapen met rechte, al of niet tweesnijdende, puntig toelopende kling: de trekken, opsteken; iemand op (de punt van) de vorderen, uitdagen tot een duel op de degen; de degens kruisen, duelleren op de degen; (fig.) elkaar bestrijden; meester op de -, zekere graad van bekwaamheid in het schermen met de degen.
In de schermsport wordt een degen gebruikt die in een punt eindigt, die zwaarder en harder is dan de punt van de floret. Lengte <1,10 m, gewicht <770 g. De degen moet zodanig zijn gemaakt, dat verwondingen uitgesloten zijn. Hij mag uitsluitend als steekwapen gebruikt worden. Onderdelen zijn: pointe d’arrêt, kling, kom, gevest, en knop. Het degenschermen is uit Frankrijk afkomstig (duels). Voorheen werden sabels, die ook geschikt zijn voor de houw, meermalen houwdegens genoemd.