Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Deftig

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, -st),

1. tot de aanzienlijke stand behorend; een zekere waardigheid en statigheid van manieren vertonend zoals iemand uit die stand: een deftige matrone; de deftige stand; van deftige familie zijn; zoals men dat in de genoemde stand vindt, gewoon is: deftige meubels; een deftige begrafenis; gekleed zijn; statig, waardig, afgemeten: deftige manieren; zich deftig uitdrukken; deftige woorden, deftige stijl; doen, het tegengestelde van familiaar zijn;
2. (ironisch) hij kwam met de handen in de zak de kamer binnen, ongegeneerd, alsof het zo hoort;
3. (gew.) fatsoenlijk, net.

< >