Nicolas, Waals dichter, *10.2.1825 Luik, ♱26.12.1874 Herstal. Defrecheux was achtereenvolgens beambte, bakker en pedel bij de universiteit van Luik.
Zijn eerste dichtbundeltje Novèles pasquèyes (1854; Nieuwe liederen), volkspoëzie in Luiks dialect, bracht hem erkenning als dichter. Vooral zijn klaagzang Lèyiz-m’plorer (Laat mij wenen) , op de wijs van Gastibelza, is nog steeds bijzonder populair. In 1856 was hij een van de medestichters van de Société liégeoise de littérature wallonne. In dat jaar kwam ook zijn cramignon L’avezv’vèyou passer? (Heb je haar voorbij zien komen?) uit. In 1860 verschenen andere elegische gedichten, verzameld in Chansons wallonnes, die de in het Luiks dialect gezongen lyriek voorgoed ingang deden vinden.
Litt. M.Piron in: Biogr. nat. de Belgique (29,1957).
