Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Decompressieziekte

betekenis & definitie

v., (ook: caissonziekte, tunnelziekte), symptomencomplex dat optreedt bij te snelle overgang van een hogere naar een lagere (normale) atmosferische druk.

Decompressieziekte ontstaat als iemand, na in een caisson of als duiker onder verhoogde druk te hebben gewerkt, te snel teruggaat naar de gewone atmosferische druk. De in het bloed en de weefselvochten onder de verhoogde druk opgeloste Iuchtgassen (voornamelijk stikstof; Henry en Bunsen, wet van) komen bij te snelle decompressie vrij onder vorming van stikstofbelletjes. De gasbelletjes kunnen de haarvaten van diverse organen en weefsels verstoppen, waardoor gedeelten van bloedtoevoer verstoken raken en ontaarden of zelfs afsterven. In ernstige gevallen kan bewusteloosheid en de dood optreden. Van de niet-dodelijke gevolgen zijn vooral verlammingen door uitval van ruggemergof hersendelen berucht. Ook kunnen hevige pijnen in rug, buik of ledematen ontstaan, en raken vooral de bekkengewrichten vaak verstijfd.

Gevaar voor plotselinge decompressie met dodelijke afloop bestaat ook wanneer bij vliegen op grote hoogte (boven 10000 m), waar de atmosferische druk laag is, een lek in de compressiecabine ontstaat; hierbij speelt ook het plotseling optredende zuurstoftekort een belangrijke rol. Decompressieziekte kan voorkomen worden door een zeer geleidelijke overgang naar de normale druk met behulp van een sluizenstelsel. Hieromtrent bestaan er wettelijke beveiligingsvoorschriften. Indien een te snelle decompressie plaatsvond met ziekteverschijnselen als gevolg, dan kan slechts snel terugbrengen in de verhoogde druktoestand redding brengen, waarna zeer geleidelijk de druk verminderd kan worden.

< >