[Fr., scheiding, loslating], o., een term uit de structurele geologie.
Er wordt van décollement gesproken als een sedimentair pakket, soms over een afstand van tientallen kilometer, langs een incompetente laag over zijn ondergrond glijdt en daarbij onafhankelijk van de ondergrond geplooid wordt (disharmonische plooiing). Een bekend voorbeeld is het Juragebergte, dat ontstond door afglijding langs steenzout en gips uit de Triasperiode, daarbij van de kristallijne ondergrond gescheiden en onafhankelijk geplooid werd.