o., de temperatuur tot welke waterdamphoudende lucht moet worden afgekoeld om juist tot verzadiging te geraken.
(Het dauwpunt is in verzadigde lucht (maximale waterdampdruk, relatieve vochtigheid van 100 %) gelijk aan de luchttemperatuur. In onverzadigde lucht is het dauwpunt lager dan de luchttemperatuur en dit verschil is groter naarmate de lucht droger is. Heeft lucht b.v. een temperatuur 22 °C en een relatieve vochtigheid 60 %, dan bedraagt de dampdruk 1586 N/m
2. Deze druk is gelijk aan de maximale dampdruk bij 13,9 °C; het dauwpunt van de lucht is dan 13,9 °C.