Jacques, Zuidned. schilder, *ca,1404 Doornik, ♱na 1468. In 1427 werd Daret, samen met Rogier van der Weyden, leerling bij Robert Campin; in 1432 werd hij als meester in het Doorniks schildersgilde ingeschreven.
In Atrecht aanvaardde hij verschillende opdrachten van abt Jean du Clercq van de Sint-Vaastabdij: van 1433-34 schilderde hij voor de Onze-Lieve-Vrouwkapel van de kloosterkerk het Mariaretabel (gedeeltelijk bewaard); in 1441 ontwierp hij kartons voor tapijten, o.a. een Verrijzenis van Christus (verloren) en in 1452 schilderde hij het H. Geestaltaar (verloren). Te Rijsel werkte hij in 1454 in dienst van Filips de Goede mee aan de versiering voor het Feest van de fazant (Voeu du faisan). Te Brugge werkte hij in 1467 aan de stadsversiering voor het kapittel van het Gulden Vlies en in 1468 aan die ter gelegenheid van het huwelijk van Karel de Stoute. Zijn stijl is nauw verwant aan die van de Meester van Flémalle, wat aanleiding was om deze laatste te vereenzelvigen met R.Campin.
Litt. M.Houtart, J.Daret, peintre tournaisien du 15me siècle (1907); M.J.Friedlander, Die altniederl. Malerei n (1924); E.Panofsky, Early Netherl. painting (1953).