waarschijnlijk in 165 v.C. geschreven als vertroosting voor de zware tijden die de joden toen moesten doormaken: binnen ruim drie jaar zal het messiaanse rijk aanbreken. Het boek dat, gedeeltelijk in het Aramees (hoofdstuk 2-7), gedeeltelijk in het Hebreeuws, bewaard is, werd spoedig zeer hoog geschat en in de kanon opgenomen, zij het niet onder de profeten (althans in de Hebreeuwse bijbel).
De schrijver is onbekend. De figuur van Daniël, die in het boek wordt bedoeld, is verder onbekend. Het tweede deel heeft een sterk apocalyptisch karakter.
Litt. M.A.Beek, Das Daniëlbuch (1935); A.Bentzen, Daniël (1952); M.Delcor, Le livre de Daniël