Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Daisne

betekenis & definitie

Johan, pseud. van Herman Thiery, Vlaams schrijver, *2.9.1912 Gent. Daisne promoveerde in de economische wetenschappen en is sinds 1945 bibliothecaris te Gent.

Hij vertegenwoordigt de zgn. magisch-realistische richting in de Vlaamse letteren. Daisnes omvangrijke oeuvre is de vrucht van een weelderige en speelse fantasie, een veelzijdige geestelijke belangstelling en een uitzonderlijke virtuositeit. Hij wil kunst scheppen ‘uit en voor het leven’. Op zijn best is Daisne als romanschrijver. Daisnes lyriek getuigt van zijn ontvankelijke natuur. De vorm is niet altijd van een zekere slordigheid vrij te pleiten.

Zijn toneelwerk doet ietwat verstandelijk aan, maar is niettemin opvallend. Daisne schreef ook studies over filmkunst en Russische litteratuur. Samen met M.Coole, P.H.Dubois, L.van Brabant gaf hij van 1937—48 het kleine poëzie-tijdschrift Klaverdrie uit; in 1939 volgde samen met E.Hoornik en J. Schepens Werk. Tevens is hij medeoprichter en redacteur van het Nieuw Vlaams Tijdschrift

Werken: poëzie: Verzen (1935), Breuken herleiden (1936), Afreacties en fundeeringen (1937), Kernamout (1938), Het einde van een zomer (1940), Hermine-uit-de-storm (1944), Drie-hoog-voor (1945), Tale Quale (1945), Ikonakind (1946), Zevenreizenboek, verzamelde gedichten 1937-44 (1945), Het kruid aan de balk (1953), De nacht komt gauw genoeg (1961), De droom is een herinnering aan dat wat nimmer is gebeurd (1965), Ik heb u alles gegeven (1962, bloeml.), De Engelse groetenis (1967); proza: Gojim (1939), Renée (1940), De trap van steen en wolken (1942), Zes domino’s voor vrouwen (1944), De man die zijn haar kort liet knippen (1945), Schimmen om een schemerlamp (1947), Hef eiland in de Stille Zuidzee (1949), Met dertien aan tafel (1950), De vier heilsgeliefden (1955), Lago Maggiore (1957), De neusvleugel der Muze (1959), Hoe schoon was mijn school (1961), Baratzeartea (1962), Als houtwerk aan de kim (1964), Charaban (1965), Reveillon reveillon (1966), Ontmoeting in de zonnekeer (1967); toneel: De charade van advent (1942), De liefde is een schepping van vergoding, Veva, Het zwaard van Tristan, Tine van Berken (1945); studies: De nieuwe dichtersgeneratie in Vlaanderen (1940; met bloemlezing). Van Nitsjevo tot Chorosjo (1948; geschiedenis van de Russische litteratuur met bloemlezing), Filmatiek, of de film als levenskunst (1956), Pierre Benoit of de lof van de roman romanesque (1960), Zien en zijn (1960), Letterkunde en magie (1960), Wat is magisch-realisme (1966), Dictionnaire filmographique de la littérature mondiale (1971).

Litt. J.Schepens, J.Daisne (1946); F.Closset, J. Daisne (1954); R.Lanckrock, J.Daisne (1956); A. Demedts, J.Daisne (1962).

< >