(Lat. Daedalus), in de Griekse oudheid mythisch beeldhouwer, bouwmeester en uitvinder, volgens de legende afkomstig uit Athene.
Zijn naam is afgeleid van het Griekse daidalein, kunstig bewerken. Volgens de Attische sage doodde Daidalos uit naijver zijn neef, die de zaag, de passer of het pottenbakkerswiel had uitgevonden en vluchtte naar Kreta, waar hij voor koning Minoos het Labyrint construeerde. Omdat hij Ariadne bij de ontvluchting van Theseus geholpen had, werd hij door Minoos in het Labyrint gevangengezet, maar Daidalos ontvluchtte op zelfgemaakte vleugels samen met zijn zoon Ikaros naar Cumae. Ikaros stortte in zee, Daidalos kwam in Cumae aan. Hij werd beroemd als de eerste beeldhouwer die beelden zou hebben gemaakt waarvan de ogen open stonden en de benen, in lopende houding, beweging tot uitdrukking brachten. In de kunst werd hij tamelijk zelden afgebeeld. Hoewel een aantal beelden, gebouwen e.d. aan hem werden toegeschreven, is van een historisch te bepalen figuur geen sprake; waarschijnlijk was hij oorspronkelijk een Attische heros, met wie later verschillende overleveringen werden verbonden.