Herman Willem, Ned. staatsman, *21. 10.1762 Hattem, ♰2.5.1818 Saint George d’Elmina. Daendels promoveerde in 1783 in de rechten te Harderwijk.
Hij sloot zich in 1785 bij de patriotten aan en speelde een belangrijke rol in de onlusten te Hattem en Elburg (1786); bij de Restauratie van 1787 week hij uit naar Frankrijk. Daendels nam als generaal deel aan de veldtochten van 1793 en 1794 onder Dumouriez en Pichegru (Bataafse legioen). Hij trad in 1795 in dienst van de Bataafse Republiek als luitenant-generaal en had een belangrijk aandeel in de staatsgrepen van jan. en juni 1798, wat hem de bijnaam ‘De Tweede Brutus’ bezorgde. Door Napoleon verdacht van het voorbereiden van een staatsgreep, trok Daendels zich in 1799 uit het openbare leven terug, tot koning Lodewijk Napoleon hem in 1806 tot staatsraad benoemde. In 1807 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van Indië met als opdracht de verdediging van Java. Hij maakte een einde aan vele misbruiken, maar voerde een uiterst hard bewind (aanleg door vordering van gedwongen diensten van de grote militaire weg van Anjer naar Panaroekan).
Daendels begon met de afschaffing van de contingenten en gedwongen leveringen, maar gaf aan de gedwongen koffiecultuur een grote uitbreiding. Bovendien toonde hij, wat zijn eigen belangen betrof, niets beter te zijn dan de vroegere dienaren van de Verenigde Oostindische Compagnie. Tenslotte werd hij in 1810 afgezet. Hij nam onder Napoleon als divisiegeneraal deel aan de Tocht naar Rusland en bood, in Nederland teruggekeerd, zijn diensten aan koning Willem I aan, die hem in 1815 benoemde tot gouverneur-generaal van de Ned. bezittingen op de kust van Guinea.
LITT. J.Mendels, H.W.Daendels 1762-1807 (1890); L.de Roo, Documenten omtrent H.W. Daendels (1909); P.van ’t Veer, Daendels (1963).