plantengeslacht, behorend tot de familie Gramineae, met ca. 30 soorten (sub)tropische, forse, overblijvende grassen; vroeger tot Andropogon gerekend. Het zijn bossige planten, met hoge vaak dikke pluimen van gepaarde aartjes.
Vele soorten bevatten in de bladeren vluchtige, geurige oliën. Voorbeelden: Cymbopogon nardus (Sri Lanka) en C. winterianus (Java, Sumatra; serehgras), die citronella-olie leveren, een mengsel van citronella en geraniol, als afweermiddel tegen muggen en vliegen in trek. C. citratus produceert Westindische lemongrass oil en C. flexuosus Oostindische lemongrass oil, C. martini var. motia: palmarosa-olie en C. martini var. sofia: gingergrass oil (beide uit India; hoofdbestanddeel: geraniol). Veel toepassingen: parfumerie, vervanging voor rozenolie enz.
