Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Cuyp, albert

betekenis & definitie

Ned. schilder, *7.10.1620 Dordrecht, ♱l5.ll.1691 Dordrecht; zoon van Jacob G.Cuyp, neef van Benjamin G.Cuyp. Cuyp was leerling van zijn vader.

Hij schilderde voornamelijk landschappen, veelal in de omgeving van Dordrecht. Zijn vroege werk toont invloed van Jan van Goyen. Ca. 1645 kwam hij, onder invloed van de italianisant Jan Both, tot een geheel eigen stijl, die gekenmerkt wordt door een buitengewone gave, de gloed van het zonlicht vast te leggen. Vooral zijn groots opgezette riviergezichten met ruiters, boeren en vee geven blijk van een veelzijdig talent. Waarschijnlijk is Cuyp nooit zelf in Italië geweest. Hij schilderde ook bijbelse onderwerpen, portretten en kerkinterieurs.

Zijn bekendheid dateert van het eind van de 18e eeuw; vooral Engelse verzamelaars hadden grote waardering voor zijn stukken.

Litt. W.Stechow, Dutch landscape painting of the 17th cent. (1966); cat. tent. A.Cuyp in Brit. collections, National Gallery, Londen (1973); S.Reiss, A.Cuyp (1975).

< >