[C.G.Curtis, Amerikaans ingenieur], v. (-s), stoomturbine waarin de stoomsnelheid in twee, drie of vier trappen wordt uitgeput. De curtisturbine is ontwikkeld uit de lavalturbine die één snelheidstrap heeft en een lager rendement.
De toegevoerde stoom met hoge druk wordt in één keer in straalpijpen omgezet in stoom van lage druk maar met relatief hoge stoomsnelheid (druktrap).Deze stoom treft met grote snelheid het turbineloopwiel waarbij daaraan een deel van de kinetische energie uit de stoomsnelheid wordt af gegeven (snelheidstrap). De overblijvende snelheid van de stoom is dan echter nog voldoende om een tweede snelheidstrap te doorlopen en eveneens energie daaraan af te staan. Daartoe heeft Curtis een keerschoepenkrans geconstrueerd waarin de stoom van richting wordt veranderd. Er worden maximaal vier snelheidstrappen toegepast omdat de toeneming van het nuttig effect met behulp van de 3e en 4e snelheidstrap niet bijzonder hoog meer is. Omdat de stoomdruk in alle snelheidstrappen gelijk blijft, worden curtisturbines ook wel gelijkdrukturbines genoemd. Een voordeel van de gelijke druk is dat er geen afdichting tussen de snelheidtrappen onderling nodig is.
De loopwielen zijn normaal op één as gemonteerd en de vaste keerschoepen zijn aan de binnenzijde van het turbinehuis bevestigd. De toepassing van de curtisturbine is beperkt tot kleine turbines met een klein vermogen. In het algemeen noemt men turbinewielen met twee of meer rijen loopschoepen, die werken volgens genoemd principe, curtiswielen. Deze worden wel toegepast als eerste wielen van grote, gemengde turbines die werken met gelijkdruken overdruktrappen.
