[Fr. Lat. currere, lopen],
I.bn. en bw., (van drukletters), schuin op de regel staande, als schrijfletters: schrift; drukken, met cursiefletter;
II. zn., v./m. (-sieven), cursief lettertype. In wezen is cursief een schrift waarin de discipline bij het schrijven is verminderd ten bate van gemak en snelheid, waardoor allerlei vervormingen en afwijkingen van de norm optreden (een van de hoofdoorzaken van de verandering van het schrift). M.n. is cursief vaak verbonden en/of hellend. Ook een schrift dat ‘cursieve’ kenmerken vertoont, maar wèl gedisciplineerd is, wordt cursief genoemd; vooral geldt dit voor de schuine humanistische schrijfen drukletter (ook, naar het land van oorsprong, italic genoemd; voor het eerst in druk gebruikt door Aldus Manutius te Venetië in 1501, naar ontwerp van Francesco Griffo).
Een cursieve letter wordt ook wel verkregen door een romeinletter (rechte letter) fotografisch schuin te projecteren. Dit produkt blijft kwalitatief echter duidelijk wat achter bij de speciaal ontworpen en aangepaste cursief.