Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Curatele

betekenis & definitie

[Lat. cura, zorg], v./m., voogdij over een meerderjarige ten aanzien van het beheer van middelen (e); (in vrijer gebruik) iemand onder stellen, hem het vrije beheer van zijn zaken ontnemen; (fig.) kortwieken.

Nederland. Door ondercuratelestelling wordt een meerderjarige onbekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen (art. 378—91 BW). Dit dient te geschieden voor en namens hem door zijn curator. De door de curandus zelf verrichte meerzijdige rechtshandelingen zijn vernietigbaar en de eenzijdi ge zijn nietig. Zo is een door hem gedane nationaliteitskeuze nietig. Op de onbekwaamheid zijn enkele uitzonderingen te noemen:

1. de curandus is bekwaam rechtshandelingen te verrichten met toestemming van de curator;
2. hij kan over gelden die hem zijn verstrekt tot zijn levensonderhoud overeenkomstig dit doel beschikken;
3. hij is bekwaam een huwelijk te sluiten met toestemming van de curator en de toeziend curator. De wegens geestelijke stoornis onder curatele gestelde heeft daarvoor toestemming nodig van de kantonrechter;
4. de wegens verkwisting of drankmisbruik onder curatele gestelde is bekwaam een uiterste wil te maken. De gronden waarop curatele kan worden verzocht zijn:
1. geestelijke stoornis, al dan niet permanent,
2. verkwisting,
3. drankmisbruik, indien de betrokkene daardoor zijn belangen niet behoorlijk kan waarnemen, indien hij herhaaldelijk in het openbaar aanstoot geeft of indien hij zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt. Litt. J.P.Windhausen, Het vraagstuk van de civielrechtelijke bescherming tegen handelingen van geestelijk gestoorden (diss. 1962).

België. Voor curatele in de zin van de Ned. wetgeving: voogdij, ontzetting. Het Belg. recht kent echter curatele ten opzichte van de ontvoogding van de minderjarige, die, zodra hij de volle leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, door de jeugdrechtbank kan worden ontvoogd op verzoek van zijn ouders of, wanneer dezen het niet eens zijn, op verzoek van een van hen (art. 477 BW zoals het vervangen werd door art. 21 Wet op de Jeugdbescherming van 8.

4. 1965), ofwel, zo beide ouders overleden zijn, door een beraadslaging van de familieraad onder voorzitterschap van de vrederechter, die de instemming van de familieraad aan de jeugdrechtbank toezendt; de ontvoogding wordt door de jeugdrechtbank uitgesproken. In dergelijke gevallen wordt steeds een curator benoemd, die de ontvoogde minderjarige voor sommige handelingen enkel bijstaat, zonder zelf initiatief te nemen, behalve in drie gevallen:
1. de curator mag door de ontvoogde onrechtmatig verrichte handelingen doen vernietigen;
2. hij mag eveneens overdreven verbintenissen door de ontvoogde aangegaan doen verminderen (art. 484 BW).
3. Sommige rechtshandelingen kan de ontvoogde enkel rechtsgeldig verrichten met bijstand van zijn curator.

< >