(culmineerde, heeft geculmineerd),
1. van hemellichamen: door de meridiaan van een plaats gaan;
2. (fig.) zijn toppunt of uiterste punt bereiken: de ongeregeldheden culmineerden in de bestorming van de ambassade; zijn rede culmineerde in een pleidooi voor een betere wetgeving op dit punt; ook b.v. van een crisis gezegd.