[Lat., zeef], o., term voor zeefmethode in de elementaire-getallentheorie.
Klassiek is de zeef (cribrum) van Eratosthenes (276-194 v.C.), ter bepaling van de priemgetallen: men schrijft de rij der gehele getallen willekeurig ver op, te beginnen met twee. Nu worden na twee alle tweevouden weggeschrapt (uitgezeefd), vervolgens na drie alle drievouden, na vijf alle vijfvouden, ... algemeen: na de eerstvolgende nog opengebleven plaats n alle n-vouden. De deelbare getallen worden er zodoende uitgezeefd en de ondeelbare 2, 3, 5, 7, 11, ... blijven automatisch over.