[Fr. Lat. crispus, gekruld], m.,
1. weefsel met meer of minder rimpelig uiterlijk (e);
2. vorm van ruwe caoutchouc;
3. dun pannekoekje: crêpes suzette.
Het uiterlijk van crêpe kan ontstaan door de binding (weefselbinding), maar meestal wordt het versterkt of veroorzaakt door het gebruik van crêpegaren, een hoog getwist garen, dat tijdens de nabewerking van het weefsel krimpt en kronkelt. Crêpeweefsels komen in vele variaties voor, die meestal onder fantasienamen in de handel komen, crêpe de Chine, crêpe georgette, crêpe marocain, crêpe satin.