[Fr., broedhen], v. (-s, -n),
1. soort kist die als behuizing dient voor te vroeg geboren kinderen (e);
2. broedmachine.
Een couveuse, in 1857 door een Franse arts voor het eerst toegepast, bestaat uit een ruimte die op de gewenste temperatuur en vochtigheid wordt gehouden. In zijn eenvoudigste vorm is het een kist met ventilatieopening, waarin de temperatuur op peil wordt gehouden door warmwaterkruiken of elektrische lampen, en waarin de lucht vochtig wordt gehouden door een natte spons. In de meer geperfectioneerde vorm is een couveuse voorzien van automatische temperatuur- en vochtigheidsregelaars, zelfsluitende openingen enz. De couveuse wordt gebruikt bij te vroeg geboren kinderen, omdat deze nog onvoldoende hun lichaamstemperatuur op peil kunnen houden. In de moderne uitvoeringen is het mogelijk de kinderen geheel in de couveuse te verzorgen, waardoor ook de kans op infecties veel kleiner wordt ( vroeggeboorte). Het standaardvoorbeeld is de isolette, een couveuse met een kap van plexiglas, waarin het kind praktisch naakt kan worden verpleegd, zodat men het goed kan observeren. Voor kinderen die extra zorg nodig hebben of kinderen met ademstoornissen, die eventueel beademd moeten worden, is een zgn. intensive-care couveuse ontworpen.
