Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Couplet (koeplet)

betekenis & definitie

[Fr.], o. (-ten), ieder van een aantal gelijkvormige afdelingen (versgroepen van twee of meer regels) waaruit een gedicht of m.n. een lied bestaat, al of niet met refrein: het tweede van het Wilhelmus; in het mv. ook voor uit coupletten bestaand lied (e).

Oorspronkelijk was het couplet de verbinding van twee parallel lopende ritmische zinnen. Later krijgt het de betekenis van een kort lied, waarvan de strofen, die op dezelfde melodie gezongen konden worden, met een keerrijm eindigden. Vooral de liederen in komische opera’s en operettes, die de gang van het spel onderbreken, werden met deze term aangeduid. Gaandeweg kreeg het woord de ruimere betekenis van strofe, d.w.z. dat gedeelte van een lied dat, wat de vorm (lengte van de regels en rijmschikking) betreft, een geheel vormt. Het woord strofe blijft overigens uitsluitend gereserveerd voor het litteraire gedicht.

< >