Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Couperus

betekenis & definitie

Louis Marie Anne, Ned. schrijver, *10. 6.1863 ’s-Gravenhage, ♰16.7.1923 De Steeg. Couperus bracht zes jaar van zijn jeugd door in Ned.-Indië, haalde in 1883 het diploma MO-Ned.

Vervolgens wijdde hij zich geheel aan zijn schrijverschap. Sinds 1900 vertoefde hij vooral in het buitenland, m.n. in Frankrijk en Italië; ook maakte hij reizen naar het Verre Oosten. Hoewel Couperus’ stijl aansluit bij de Tachtigers, heeft hij nimmer intensief contact met hen gehad. Een lent van vaerzen (1884) en enkele andere precieuze bundels poëzie wekten hun spot, maar zijn prozadebuut Eline Vere, de eerste psychologische roman van groot formaat in Nederland, werd terstond door hen erkend. Zijn romans en novellen uit de jaren negentig verraden een wat modieuze inslag.Zijn eigenlijke kracht vindt hij in de zgn. Haagse romans, waarin hij de milieus van zijn jeugd uitbeeldt.

Mede daardoor, en door de sterke psychologie, zijn zijn romans en verhalen thans nog ten volle genietbaar. In De stille kracht beschrijft hij de tegenstelling tussen het occulte oosten en het materialistisch-nuchtere westen in de figuren van de regent en resident op Java. In dezelfde jaren begint de lange reeks historische romans uit de oudheid, waarin hij alle exuberantie van zijn stijl en verbeelding uitviert. Met een lichtere pen schreef hij zijn talrijke feuilletons, waaronder zeer bijzondere korte en langere verhalen die veelal in eigen tijd aan de Rivièra of in Italië spelen. Zij werden gepubliceerd in Het Vaderland (sinds 1909) en De Haagsche Post (sinds 1916), en later verzameld.

Zijn voorkeur voor de decadente aristocratie van eigen tijd en verleden, zijn melancholiek fatalisme en esthetisch hedonisme wekten tijdens zijn leven veel verzet, waardoor de grote kunstwaarde van zijn werk niet ten volle erkend werd. De waardering van Du Perron en Ter Braak zorgde voor een eerherstel: na de Tweede Wereldoorlog nam de belangstelling voor zijn werk zeer toe.

Werken: vroege romans: Eline Vere (1889), Extase (1892), Majesteit (1893), Metamorfoze (1897; autobiografisch); over Indië: De stille kracht (1900); Haagse romans: Langs lijnen van geleidelijkheid (1900), De boeken der kleine zielen (4dln. 1901—03), Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan (1906); historische romans: Dionysos (1904), De berg van licht (3 dln. 1905—06), Antiek toerisme (1911), Herakles (1913), Xerxes of de hoogmoed (1919), Iskander (1920); novellen en verhalen: Van en over mijzelf en anderen (4 dln. 191017), Korte arabesken (1911), Vit blanke steden onder blauwe lucht (2 dln. 1912—13), Proza (3 dln. 1923—25), Oostwaarts (1923), Het snoer der ontferming (1924), Nippon (1925). Uitgaven: Verz. werk (12 dln. 1952—57; niet compleet; herdr. 1975); talrijke herdrukken van afzonderlijke romans.

Litt. A.de Ridder, Bij L. Couperus (1917); H.van Booven, Leven en werken van L.Couperus (1933); H.W.van Tricht, L.Couperus, een verkenning (1960, herdr. 1965); W.Blok, Verhaal en lezer (1960, 4e dr. 1973; diss. over structuuraspecten van Van oude menschen); W.E.J.Kuiper, Couperus en de oudheid (1961); M.Galle, Couperus in de kritiek (1963); Schrijversprentenboek L.Couperus (1963); speciaal nummer van tijdschrift Maatstaf, met brieven (1963); K.A.P.Reynders, Couperus bij Van Deyssel (1968; diss); K.J.Popma, Beschouwingen over het werk van L.Couperus (1968); T.Bogaerts, De antieke wereld van L.Couperus (1969); R.Nieuwenhuys (in: Oost-Indische spiegel, 1972); A.Vogel, De man met de orchidee (1973); M.Galle, Van gedroomd minnen tot ons dwaze bestaan (1973).

< >